In 1969 worden negen idealisten van christelijke huize voor een symbolische
rijksdaalder de huurders van een slooppand aan de Muzenstraat in Den Haag.
De negen willen er daklozen gaan opvangen.
Ze dopen het huis ‘Adullam’, naar het eerste bijbelboek van Samuel
waarin David door koning Saul naar het leven wordt gestaan en een
veilig heenkomen zoekt in een grot nabij Adullam.
Onder de bezielende leiding van Jan Drop, een Hagenaar die
tijdens de donkere jaren
van ’40-’45 onderduikers de helpende hand heeft gereikt, wordt ‘Adullam’ een
Blijf-van-m’n-lijf-huis
avant la lettre. Sinds 1973 is het gevestigd aan de
Haagse Bazarstraat. Tot 1994, wanneer het huis na een fusie ophoudt te bestaan
als geheim opvangadres, herbergt het ruim zeventienhonderd bedreigde en
mishandelde vrouwen, vaak vergezeld van hun kinderen.
Adullam: pionier in vrouwennoodopvang vertelt het boeiende,
soms heftige verhaal van een bijzonder huis in Den Haag.
> archief Stichting ‘Adullam’,
Historisch Documentatiecentrum Vrije Universiteit
> ‘“Adullam” roept om hulp’,
Nieuwe Leidsche Courant, 27 juli 1973
> ‘Tehuis voor geslagen vrouwen’,
De Vrije Zeeuw, 11 september 1973
> ‘Jan Drop bedacht de dodenherdenking op 4 mei’,
Nederlands Dagblad, 4 mei 2018
> ‘De man die Nederland leerde op 4 mei twee minuten stil te zijn’,
Elseviers Weekblad, 23 april 2020