Bruins Slot, Jan Albertus Hendrik Johan Sieuwert
Drachten 8 januari 1906
Haarlem 4 april 1972
Burgemeester, verzetsman, hoofdredacteur, antirevolutionair politicus
Jonge burgemeeester en vader – en schoonzoon van jurist en VU-hoogleraar Victor Rutgers
(Foto familie Bruins Slot)
‘Aangezien twee achternamen mij genoeg, en vijf voornamen mij teveel lijkt,’ schreef Bruins Slot in zijn memoires, ‘heb ik van meet af aan een kruis moeten dragen.’ Hij was naar alle vier zijn grootouders vernoemd, en kreeg zelfs nog een vijfde naam: Sieuwert, naar Sieuwke, de grootmoeder van zijn moeder. Tijdens zijn groentijd aan de Vrije Universiteit werd Bruins Slot op zijn kop gezet, net zo lang totdat alle andere nuldejaars zijn voornamen in de juiste volgorde hadden opgezegd. Omdat meerdere dispuutsleden Jan heetten werd besloten dat hij voortaan met zijn laatste naam zou worden aangesproken.
    Sieuwert Bruins Slot stamde uit een Hoogeveens geslacht van verveners. Zijn vader was het gegeven ‘door te leren’. Op het gymnasium volgde echter een mislukte studie medicijnen. Een opleiding voor gemeenteadministratie baande de weg naar het burgemeesterschap van Schiermonnikoog, vervolgens van de gemeente Smallingerland, met Drachten als standplaats. Zoon Sieuwert doorliep er de lagere school, waarna hij in 1918 zijn opleiding vervolgde aan het Rotterdamse Marnix-gymnasium. Zes jaar later ging hij rechten studeren aan de Vrije Universiteit. In 1928 vestigde hij zich als advocaat en procureur in Amsterdam. Na zijn promotie, in 1931, besloot Bruins Slot in de voetsporen van zijn vader te treden, maar het begeerde burgemeestersambt liet twee jaar op zich wachten. Uiteindelijk werd hij in 1933 benoemd in het Groningse Adorp, een gemeente met vijftienhonderd inwoners.
    Met artikelen in ARJA, het orgaan van de Antirevolutionaire Jongerenactie, Calvinistisch Weekblad en Antirevolutionaire Staatkunde maakte Bruins Slot binnen de ARP naam als coming man. Dit was voor oud-premier Colijn reden hem in februari 1941 te vragen toe te treden tot een redactiecommissie die het antirevolutionaire dagblad De Standaard door de oorlog moest loodsen. Het blad was kort tevoren onder Duitse curatele geplaatst. Bruins Slot weigerde. Een halfjaar later rechtte hij de rug opnieuw. Uit protest tegen de invoering door de bezetter van het leidersbeginsel trad hij in september 1941 af als burgemeester. Hij wijdde zich vervolgens volledig aan de ondergrondse ARP.
    In januari 1943 was Bruins Slot een van de oprichters van het verzetsblad Trouw. Als – onbenoemd – hoofdredacteur van het blad en leider van de illegale ARP nam hij in het laatste bezettingsjaar het voortouw tot hereniging van ARP en CHU in een Christelijke Volkspartij die hij van een progressief profiel voorzag. De vooroorlogse fractieleider Jan Schouten, die na de bevrijding uit het concentratiekamp terugkeerde, sprak echter zijn veto over de fusiepartij uit. Bruins Slot schikte zich, als hoofdredacteur van Trouw en lid van de Tweede Kamer. In beide hoedanigheden toonde hij zich een geharnast pleitbezorger van het behoud van ‘ons’ Indië. Daarnaast onderscheidde Bruins Slot zich als voortrekker van het Europees federalisme. Van 1952 tot 1955 was hij lid van de Gemeenschappelijke Vergadering van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.
    In 1956 volgde hij Schouten als fractievoorzitter op. Een sluimerende strijd met Jelle Zijlstra om het partijleiderschap en een ontluikende sociale bewogenheid leidden in december 1960 tot de val van het confessionele kabinet-De Quay. Bruins Slot werd dit door de antirevolutionaire achterban zwaar aangerekend. Na zijn ‘bekering’ in de Nieuw-Guineakwestie, een jaar later, waarvan hij zowel in de Kamer als Trouw getuigde, kwam Bruins Slot opnieuw zwaar onder eigen vuur te liggen. Hij zag drieduizend abonnees weglopen en duikelde op de kandidatenlijst voor de kamerverkiezingen van 1963 naar de elfde plaats. Hij trok zich uit de politiek terug, maar bleef hoofdredacteur van Trouw waarmee hij een progressieve, ‘evangelisch-radicale’ koers ging varen.
    Nadat hij 1971 met pensioen was gegaan, besloot Bruins Slot – op veler aandrang – zijn memoires te gaan schrijven. De dood stond voltooiing in de weg.

J.A.H.J.S. Bruins Slot, ...en ik was gelukkig. Herinneringen (Baarn 1972)
P. Bak, Een ‘meneer’ van een krant. Trouw en Bruins Slot 1943-1968 (Kampen 1999)
H.M. ten Napel, ‘“Overgangstijdperk”: de ARP onder Schouten en Bruins Slot’, in: G. Harinck, R. Kuiper en P. Bak, De Antirevolutionaire Partij 1829-1980 (Hilversum 2001)
Collectie-Bruins Slot, Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden) van de Vrije Universiteit

Peter Bak, voor Protestant.nl
31 oktober 2008

> Peter Bak, ‘Bruins Slot, Nieuw-Guinea en de “ommezwaai”’
Print: ‘Bruins Slot, Jan Albertus 
Hendrik Johan Sieuwert’

Print: ‘Bruins Slot, Jan Albertus 
Hendrik Johan Sieuwert’

© Bak schrijft !     |     Historicus, schrijver en redacteur Peter Bak