Hein Vrind 1913-1942
(Foto Gedenkboek gijzelaarskamp Haaren)
| |
Op dinsdag 13 oktober 1942 ontdekt een railwachter een bom op de spoorbaan
tussen Hengelo en Oldenzaal. Over de lijn worden producten van Hazemeijers
Signaalapparatenfabriek, die voor de Wehrmacht werkt, naar Duitsland
getransporteerd. De bom is geplaatst door een verzetsgroep die uit medewerkers
van het Hengelose electronicabedrijf bestaat. Als vergelding van de verijdelde
aanslag worden de volgende morgen, in alle vroegte, vijftien gijzelaars gefusilleerd.
Twee van de onschuldigen zijn afkomstig uit kamp Haaren: Jan Haantjes,
wethouder in Enschede, en Hein Vrind, die een advocatenpraktijk in Almelo heeft.
De bom is geplaatst door twee Hengeloërs die voor de oorlog tot de
Jongeren Vredes Actie (JVA) hebben behoord. Een van de twee, Herman Reef,
heeft Hein Vrind in deze beweging persoonlijk leren kennen.
De onnavolgbare weg die het toeval kan gaan heeft soms tragische bochten.
Blauwe knoop en gebroken geweertjeHeinrich Wilhelm Lukas Vrind was een kind van een Duitse moeder;
hij werd geboren in het Pruisische Züllchow, tegenwoordig Zelechowa geheten, een
deelgemeente van Stettin, in Polen. Opgroeien deed Vrind in Vlissingen, studeren
in Leiden: rechten. Idealisme was Hein met de paplepel ingegeven: man van de
blauwe knoop en het gebroken geweertje. De rechtenstudent trad toe tot de geestdriftige rijen
van de Nederlandsche Bond van Abstinent Studeerenden, een club van geheelonthouders.
Ook werd hij, al even vanzelfsprekend, lid van de JVA. Vrinds principes waren
allerminst van vrijblijvende aard. Zijn weigering de militaire dienstplicht te
vervullen kwam hem op een lange gevangenisstraf in het Drentse ‘dwanggesticht’
Veenhuizen te staan.
In 1937, na voltooiing van zijn rechtenstudie, vestigde Vrind zich als advocaat
in Almelo. Ook werd hij, als adviseur, actief in het bureau voor arbeidsrecht
van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV). Principes bleven leidend,
ook na mei 1940. Toen de uit zijn moederland afkomstige bezetter het NVV onder
curatele plaatste, legde Vrind zijn adviseurschap neer. Daarmee maakte de jonge
advocaat zich publiekelijk als tegenstander van het nationaalsocialisme kenbaar,
wat waarschijnlijk de reden is geweest dat hij in juli 1942 als ‘preventiegijzelaar’
naar het grootseminarie in het Noord-Brabantse Haaren werd overgebracht.
Voerde het verzet een aanslag uit, dan zou een aantal van deze gijzelaars
voor het vuurpeloton worden gezet. Al eerder, in mei 1942, was een groep
preventiegijzelaars in het naburige Sint-Michielsgestel vastgezet.
Het Damocleszwaard dat boven beide gijzelaarskampen hing
bleek niet denkbeeldig. Op 15 augustus 1942, na een aanslag in Rotterdam op
een trein met Duitse militairen, werden vijf gijzelaars gefusilleerd: twee
uit Haaren, drie uit Sint-Michielsgestel. Een week later, na ontdekking van
sabotage aan de spoorlijn Deventer-Apeldoorn, werd uit beide kampen opnieuw een aantal
gijzelaars weggevoerd. Het ergste werd gevreesd, maar gebeurde niet.
Na een nacht van doodsangsten keerden de gijzelaars behouden in Haaren en
Sint-Michielsgestel terug.
‘Vergeet ons niet’
De vondst van de bom op de spoorbaan bij Hengelo, die dertiende oktober, was – anders dan de beide
voorvallen van augustus 1942 – niet in beide gijzelaarskampen bekend. Dus ging
de cabaretavond die in Haaren voor de vijftiende oktober op het programma stond
gewoon door. Komiek Lou Bandy speelde de recreatiezaal helemaal plat. Het
Haarense grootseminariegebouw
Harry van Genugten 1912-1943
(Foto Tubantia)
| |
daverde nog van de napret toen bekend werd dat
Haantjes en Vrind hun spullen hadden moeten pakken en zich bij de commandant
hadden moeten melden. In het oosten van het land zou sabotage zijn gepleegd,
de streek waar de twee woonden en werkten. In het Gestelse gijzelaarskamp werd
een Zwollenaar uit zijn kamer gehaald: vakbondsbestuurder Koos van den Kerkhoff.
De drie waren ook geselecteerd op hun politieke overtuiging,
namelijk behorend tot ‘die marxistische Parteien’, zijnde de hoop waarop de Sicherheitsdienst
(SD) gemakshalve alles veegde wat naar socialisme, communisme, syndicalisme en pacifisme
riekte. Tot dit milieu behoorden ook de twee leggers van de gevonden bom.
Herman Reef was een voormalige JVA’er, evenals zijn kompaan
Harry van Genugten. Hun Hazemeijergroep, die eveneens achter de aanslag van
23 augustus op de spoorlijn Deventer-Apeldoorn had gezeten, stond al
weken scherp op het SD-vizier.
Vrind, Haantjes en Van den Kerkhoff werden naar kamp
Amersfoort vervoerd. Vrind werd er eens te meer over zijn politieke gezindheid
verhoord. ‘Zowel sociaal-democratie als pacifisme zijn daarbij ter sprake gekomen,’
schreef hij in zijn afscheidsbrief aan zijn vrouw Esther, een zus van Jaap van
Praag, die in 1946 het Humanistisch Verbond zou oprichten. De drie werden in de
vroege morgen van de zestiende oktober in de bossen van Woudenberg gefusilleerd,
samen met twaalf ‘strafgijzelaars’: mannen die waren opgepakt als bestraffing van
incidenten of aanslagen in hun omgeving, gebeurtenissen waar ze part noch deel
aan hadden gehad. Alle twaalf waren van socialistische of communistische huize,
de meesten wonend in Overijssel en Gelderland. Hun namen stonden, samen met die
van Vrind, Haantjes en Van den Kerkhoff, nog dezelfde dag in de avondbladen.
Krantenbericht van 16 oktober 1942
| |
Een week na de fusillade werd bijna de hele Hazemeijergroep opgerold. Herman Reef overleefde
de oorlog dankzij zijn vrouw. Die begon een verhouding met een SD’er en wist zo
haar man en zes andere leden van de groep vrij te krijgen. De andere bomlegger,
Harry van Genugten, zat van december 1942 tot augustus 1943 op dezelfde plek
gevangen als waar twee van de vijftien gefusilleerde gijzelaars waren vastgehouden:
het grootseminarie in Haaren. Van Genugten werd in september 1943 geëxecuteerd
op Fort Rhijnauwen, bij Bunnik. ‘Leve Nederland,’ schreef hij in zijn laatste
brief, ‘wordt een groot en vrij land en vergeet ons niet.’
Bronnen
R. van Duijn,
Verraad. De driehoek van een verzetsechtpaar en een SD-agent (Soesterberg 2016)
Trouw, 16 april 2016
Tubantia, 23 april 2016
W. Boerhave Beekman e.a. (red.),
Gedenkboek gijzelaarskamp Haaren (Den Haag 1947)
>
Paul Fornerod, de man met het bruine koffertje
>
Jo Juda, violist in voortdurende spanning
>
Willem Wagenaar, een gijzelaar en zijn zoon
>
Anton Constandse, vrijdenker in gevangenschap
>
Cor Pijl en zwarte zaterdag 15 augustus 1942