Tijdens de Duitse bezetting werd het grootseminarie bij Haaren, tussen
Tilburg en ’s-Hertogenbosch, als gijzelaarskamp en ‘Polizeigefängnis’
gebruikt. Er zaten onder anderen verzetsstrijders, agenten van het beruchte
Englandspiel en joodse burgers. Onder de gijzelaars waren de latere
premier Jan de Quay en industrieel Frits Philips. De gijzelaars hingen
represailles boven het hoofd, de gevangenen waren in bange afwachting
van hun verhoor, proces, vonnis en wegvoering. Van verschillende
gedetineerden zijn de verhalen bekend, maar het ‘grote verhaal’ wordt
nu voor het eerst gepresenteerd.
Haaren was een kamp van levensgrote
tegenstellingen: terwijl gijzelaars in de zon zaten, stapten joodse
gevangenen in vrachtwagens die naar Westerbork reden. Van de drieduizend
gevangenen zijn meer dan zeshonderd in een concentratiekamp omgekomen.
Dit boek laat zien dat het gebouw als ‘plaats van herinnering’ –
het is grotendeels nog in oorspronkelijke staat – een duidelijke
plaats verdient op de historische kaart van Nederland.
>
Mijn toespraak tijdens het symposium van 26 mei 2018
>
Mijn toespraak tijdens de presentatie van mijn boek op 26 mei 2018
>
www.efgoedbrabant.nl
>
Synopsis van mijn boek
> Boek verschenen bij
Uitgeverij Verloren
> Artikel in
Trouw
> Artikelen in Brabants Dagblad:
19 januari 2018
en
28 mei 2018
>
Reportage van Omroep Brabant
> Portretten van Haarense gijzelaars:
Paul Fornerod, de man met het bruine koffertje
Jo Juda, violist in voortdurende spanning
Willem Wagenaar, een gijzelaar en zijn zoon
Anton Constandse, vrijdenker in gevangenschap
Cor Pijl en zwarte zaterdag 15 augustus 1942
De vijftien doden van 16 oktober 1942: het verhaal
van gijzelaar Hein Vrind